30 Aug Wildpluksafari in eigen land
Het is elke maand weer een verrassing waar Eat2Gather me naartoe stuurt voor de Culinaire Expeditie. Dit keer ontving ik de volgende instructies: “Trek je wandelschoenen aan, neem een zakmes en een tasje mee en vergeet niet je goed in te smeren. Je wordt om 14 uur verwacht bij het gietijzeren toegangshek van Kasteel Groeneveld in Baarn.”
Dus daar ging ik, op een mooie, zomerse zondag in juli. Wat zou het worden? Een cursus barok koken op deze schitterende buitenplaats, aangelegd in 1710? Een wandeling door de historische moestuin? Op het moment dat onze gids – een befaamd expert op het gebied van eten uit de natuur – me enthousiast de hand schudt wordt het me duidelijk: we gaan op wildpluksafari.
Wereldberoemd
Wildplukken: daarvan had ik tot voor kort toch een wat gekleurd beeld. Was dat niet uitsluitend voor biodynamische kruidenvrouwtjes met geitenwollen sokken? Natuurlijk lees je de laatste tijd steeds vaker over chefkoks die zelf wilde kruiden plukken en verwerken in hun gerechten. Sterker nog, de Scandinavische topkok René Redzepi is er wereldberoemd mee geworden: zo serveerde hij in zijn pop-up restaurant in Tokio garnalen met mieren. Lévende. Ook ik heb weleens wat eetbare bosviooltjes over een salade gestrooid. Maar écht zelf de natuur in om mijn eigen maaltje bij elkaar te sprokkelen?
Feest van smaken
Ik kan direct een misverstand uit de wereld helpen: dat is dus ontzettend leerzaam en leuk. Onze gids wijst ons op kruiden, bomen, paddenstenstoelen en plantjes waar ik normaal gesproken tijdens een boswandeling rücksichtloos voorbij stamp. Zomerpaddenstoelen, bosaardbeitjes, weegbree, kruiden met tot de verbeelding sprekende namen als look-zonder-look en melde (een soort quinoa, groeit gewoon hier in ons kikkerlandje. Voor dit superfood hoef je dus echt niet naar de Andes). We komen Judasoor en een Duivelsei tegen, dat zijn dan weer zwammen – en ik maar denken dat je die alleen in de herfst kon vinden. Op een bevlogen manier laat onze gids ons proeven van al het lekkers dat de natuur te bieden heeft. Van de naalden van de Douglasspar kun je limonade maken of gebruiken om vis mee te kruiden. De jonge scheuten van de Japanse duizendknoop smaken naar rabarber. Van de bladeren van de frambozenstruik kun je lekkere thee zetten. Met de bladeren van het waterpeperplantje maak je – zo ondervinden we tijdens de proeverij na de wandeling, in de keuken van het kasteel – een pittig aperitiefje met kruidenkaas, die we uiteraard zelf mengen met de kruiden en bloemen die we onderweg plukten. En het mooie is: elk seizoen heeft weer haar eigen, wilde producten. Onvoorstelbaar wat de Nederlandse natuur ons te bieden heeft. Onbewerkt, vers, lokaal: wat een feest van smaken. Ik neem vanaf nu standaard mijn zakmes mee als ik het bos inga.
Ook een wildplukwandeling boeken? Dat kan hier. Ook heel geschikt om te combineren met ons arrangement Outdoor keukens bouwen en koken in het bos.